Summary
Samenvatting Inleiding ethiek (FI1V19001)
- Course
- Institution
Een samenvatting van alle hc's van de cursus Inleiding ethiek.
[Show more]Preview 2 out of 10 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Kagan -Wat vindt Kagan problematisch aan de rol die in de filosofie vaak wordt toegekend aan intuïties? -Waarom hebben we volgens hem een ‘error theory’ over intuïties nodig?
Answer: o Intuïtie leidt ons op een dwaalspoor omdat het niet erg goed is in het oppikken van gebreken in het bewijsmateriaal. o Aangezien de meeste intuïties verkeerd zullen zijn moeten we een error theory accepteren en toepassen.
2.
Schermer -Wat is enhancement en waarom is het geven van een definitie hiervan een complex probleem?
Answer: o Enhancement is het verbeteren van vorm en functie verder dan wat nodig is om een goede gezondheid te herstellen of te behouden. o Een probleem met deze definitie is dat ze gebaseerd is op concepten van gezondheid en ziekte die zelf worden betwist.
3.
Mill - Hoe denkt Mill over hogere en lagere vormen van genot, over het feit dat we een hiërarchie tussen de verschillende vormen kunnen vaststellen en welke complicatie/ schijnbaar tegenvoorbeeld tegen zijn voorstel hij bespreekt en hoe hij daarop reageert.
Answer: o Volgens Mill moet je een grote groep hebben met verschillende ervaringen van verschillende soorten genot en dan een hiërarchie vaststellen. Men mag geen oordeel geven bij ontwetendheid. Intellectueel genot staat boven basaal/simpel genot. Men zal nooit zinken naar een lager bestaan zoals dat van een dier, die alleen lichamelijk genot kennen, mensen kennen ook een mentale.
4.
Mill -Je moet de volgende kritieken op het utilisme en Mills reactie hierop kunnen uitleggen: o Utilisme is oppervlakkig in zijn doelen (genot is geen waardig doel voor een mens). o Volgens utilisme moeten mensen constant handelen vanuit een plicht ten opzichte van het grootste geluk. o Geluk is geen rationeel doel voor een menselijk leven, want 1. het kan niet bereikt worden; 2. niemand heeft er recht op. o Er is geen tijd om steeds helemaal uit te gaan rekenen wat de beste handeling is.
Answer: Mill -Je moet de volgende kritieken op het utilisme en Mills reactie hierop kunnen uitleggen: o Utilisme is oppervlakkig in zijn doelen (genot is geen waardig doel voor een mens). M: Genot is geen waardig doel aangezien mensen de capaciteit hebben om hogere vormen van genot te ervaren. o Volgens utilisme moeten mensen constant handelen vanuit een plicht ten opzichte van het grootste geluk. M: We hebben niet de plicht om altijd te handelen naar het grootste geluk, maar meer dat we zorgen dat er altijd meer geluk is dan pijn. o Geluk is geen rationeel doel voor een menselijk leven, want 1. het kan niet bereikt worden; 2. niemand heeft er recht op. U: Het kan niet bereikt worden (als mensen nooit geluk zouden hebben, dan kan geluk niet ‘the end of morality’ zijn). M: Zelfs dan zouden we nog kunnen streven naar het voorkomen van pijn. Als streven naar geluk onmogelijk is, des te belangrijker het wordt om naar de afwezigheid van pijn te streven. o Er is geen tijd om steeds helemaal uit te gaan rekenen wat de beste handeling is. U: het bepalen welke handeling de beste is kost veel tijd/energie. M: Zie antwoord volgende vraag.
5.
Schermer - Wat houden de verschillende welzijnstheorieën in die Schermer schetst en wat zijn de voor- en nadelen hiervan?
Answer: o Objectieve theorieën stellen dat sommige dingen goed zijn voor mensen, of ze dit nu erkennen of ermee eens zijn of niet, en of ze ernaar verlangen of ervan genieten of niet. o Voorkeurs- of verlangentheorieën daarentegen stellen dat welzijn wordt gevormd door de vervulling van iemands subjectieve voorkeuren of verlangens. o Mentale toestandstheorieën stellen dat het enige dat telt voor het welzijn de mentale toestanden van een persoon zijn, d.w.z. hoe de persoon zelf zijn leven ervaart.
6.
Ord & Srinivasan - Wat betekent ‘agent-relative’? Wat zijn morele ‘opties’ (options) en ‘beperkingen’ (side constraints)?
Answer: o Agentneutrale redenen zijn redenen die van toepassing zijn op iedereen in een situatie, ongeacht een speciale relatie met de betrokken personen of andere elementen. Daarentegen zou een agent-relative reden alleen op een persoon van toepassing zijn vanwege een dergelijke relatie. o Opties: een agent mag haar eigen projecten tot op zekere hoogte uitvoeren (afwijken) o Beperkingen: je moet je volledig houden aan de regels (van utilisme)
7.
Kant Wat houden de volgende begrippen in? De (goede) wil, imperatief (hypothetisch en categorisch), maxime, wet.
Answer: o De (goede) wil: het vermogen om te handelen volgens principes (morele wetten). Enige onvoorwaardelijke goede. o Imperatief: wat de rede zegt dat we objectief moeten doen. Hypothetisch: afhankelijk van een bepaald doel. Categorisch: onvoorwaardelijk. o Maxime: het principe dat aan je handelen ten grondslag ligt. De handelingsregel die de handeling beschrijft. o Morele wet: een wet die objectief beschrijft wat het goede is. Het is een product van de rede.
8.
Kant - Waarom vloeit uit het idee van een categorische imperatief als zodanig al een bepaalde inhoud voort?
Answer: o De CI is objectief correct. Het is niet alleen een theorie over wat juist is, het is ook precies de handeling die juist is. Het zegt precies wat je moet doen.
9.
Kant -Je moet kunnen uitleggen wat het verschil is tussen het niet denkbaar en het niet wilbaar zijn van een maxime als algemene wet.
Answer: o Niet denkbaar: handeling die tegen de absolute/volmaakte plicht ingaat. o Niet wilbaar: handeling die tegen een ruime/onvolmaakte plicht ingaat.
10.
Aristoteles -Waarom is het volgens Aristoteles relevant of we genot of pijn beleven bij het doen van een voortreffelijke handeling?
Answer: o Onder invloed van genot handelen we verkeerd, onder invloed van pijn laten we na het edele te doen. Genot en pijn vormen de maatstaf waarmee wij, sommigen meer dan anderen, onze handelingen beoordelen. Genot is moeilijk te bestrijden. Voortreffelijkheid treedt altijd in de moeilijkste zaken aan de dag, want ook een goed resultaat is meer waard als de opgave moeilijker is. Voortreffelijkheid moet alle aandacht richten op gevoelens van genot en pijn. Wie daar goed mee omgaat zal goed zijn, wie er slecht mee omgaat slecht.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Provoost. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $6.72. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
85244 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now