1.
President Erdogan opent aanval op Koerden en wil met militaire operatie brede bufferzone langs grens met buurland creëren. Turkije is woensdag begonnen met een lang aangekondigd offensief tegen de YPG, de Syrisch-Koerdische militie die een groot deel van Noord-Syrië controleert. Zondag had de Amerikaanse president Trump daar groen licht voor gegeven na een telefoongesprek met de Turkse president Erdogan. Het offensief begon met luchtaanvallen en artillerievuur tegen Koerdische militaire doelwitten, in de grensstad Ras al-Ayn en in Ain Issa, dat veel dieper in Koerdisch gebied ligt. ‘s Avonds zouden ook Turkse grondtroepen de grens overgestoken zijn.
Volgens Mustafa Bali, woordvoerder van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF, een coalitie die door de YPG wordt gedomineerd), ‘’is er grote paniek bij de mensen in de regio’’. Vijf burgers zouden woensdag zijn omgekomen, aldus de SDF, en tientallen gewond geraakt. Erdogan liet woensdagmiddag op Twitter weten dat Turkije samen met het Syrische Nationale Leger #OperationPeacreSpring heeft gelanceerd. Hij schreef: ‘’Onze missie is om het ontstaan van een terreurcorridor langs onze zuidelijk grens te verhinderen om vrede te brengen in de regio.’’
Vraag: Schrijf een kort en bondig betoog waarom de invasie door Turkije in Syrië in strijd is met het internationaal recht.
Answer: Turkije handelt in strijd met het verbod op gebruik van geweld ex. art. 2.4 VN-Handvest. Daarom moet men op zoek naar een uitzondering, op grond waarvan het gebruik van geweld toch geoorloofd is.
Geweldgebruik met toestemming of op verzoek is in deze casus niet aan de orde. Geweldgebruik op machtiging van de Veiligheidsraad ex. art. 24 en 39-42 VN-Handvest om collectieve veiligheid te verzekeren is ook niet aan de orde in deze casus. Mogelijk zelfverdediging op grond van een gewapende aanval (‘armed attack’) ex. art. 51 HV? Daarvoor moet de gewapende aanval wel voldoende ernstig zijn (Nicaragua-zaak). Een dreiging van geweld is alleen een voldoende rechtvaardiging als deze voldoende onmiddellijk en ernstig is (Caroline-case). De zelfverdediging moet hoe dan ook proportioneel en noodzakelijk zijn, en gemeld worden aan de VN-Veiligheidsraad.
Conclusie: waarschijnlijk geen sprake van een uitzonder op het verbod op gebruik van geweld, dus in strijd met het internationaal recht!